Vergoeding
De juiste hooroplossing afgestemd op de persoonlijke wensen en mogelijkheden van de gebruiker. Daar gaat het om. Afhankelijk van de aard van de problemen en het budget zijn er talloze oplossingen beschikbaar. Over het algemeen geldt wel, hoe geavanceerder en uitgebreider het hoortoestel, hoe hoger de kosten van het toestel.
Hoortoestellen kunnen in aanmerking komen voor vergoeding, maar dan moet er aan strikte voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden zijn niet per se in het belang van de verzekerde en kunnen daardoor erg beperkend zijn wat betreft mogelijke hooroplossingen. Hoe het werkt:
Functiegericht voorschrijven
Zorgverzekeraars hebben afspraken gemaakt over de vergoeding van hoortoestellen en hoorhulpmiddelen. De vergoeding vindt plaats op basis van functiegericht voorschrijven, waarbij een gehoormeting en vragenlijst bij de audicien bepalen welke categorie hoortoestel (ZN-categorie) in aanmerking komt.
De voorwaarde voor vergoeding is dat de audicien een contract heeft met de verzekeraar of StAr-geregistreerd is. Daarnaast geldt altijd de eigen bijdrage (25%) en het eigen risico.
Met een beperkt budget biedt deze zorgafspraak voldoende ondersteuning voor een passende oplossing. Indien dit niet tot de gewenste verbetering en kwaliteit leidt, dan is het zinvol om te kijken naar een hoortoestel uit een hogere categorie of een geavanceerd toestel buiten de door de zorgverzekeraars vastgestelde categorieën. De vergoeding vervalt hier doorgaans mee.
Hoe het hoorprotocol de hoortoestel-categorie bepaalt
Het hoorprotocol (ZN-keuzeprotocol) is vastgesteld door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en bepaalt voor welk type hoortoestel u in aanmerking komt. Dit is in 2013 ontwikkeld en ingevoerd om tot een meer gestructureerde en transparante verstrekking van hoortoestellen te komen en te voldoen aan de zogeheten functiegerichte aanspraak die op hoortoestellen van toepassing is.
Om de mate van gehoorverlies in kaart te brengen, worden meerdere vragenlijsten gebruikt. Het resultaat levert een profiel op dat een weergave is van de ‘luisterbehoeften' van de individuele slechthorende. Hierin komen zes aspecten van het auditief functioneren naar voren: detecteren van geluiden, verstaan van spraak in stilte, verstaan van spraak in lawaai, onderscheiden van geluiden, ruimtelijk horen en het waarnemen van harde geluiden.
In de database zijn hoortoestellen op grond van hun afzonderlijke technische aspecten ingedeeld in vijf categorieën. Op grond daarvan wordt een inschatting gemaakt hoe goed deze hoortoestellen een gehoorverlies op de zes genoemde aspecten kan compenseren. Hiermee wordt hetgeen de slechthorende van de toestellen nodig heeft, gekoppeld aan de capaciteiten van de hoortoestellen.
Categorie 1 zijn toestellen met een eenvoudige gehooroplossing. Categorie 5 zijn toestellen met een complexe gehooroplossing. Wilt u toch een toestel uit een hogere categorie of een geavanceerd toestel buiten de ZN-categorieën, dan komt u bij sommige zorgverzekeraars niet meer voor vergoeding in aanmerking.
Bekijk in alle gevallen de polisvoorwaarden van uw zorgverzekeraar.
Buitencategorie / vrije markt hoortoestellen
De nieuwste en meest geavanceerde hoortoestellen vallen in de zogenoemde buitencategorie. Deze toestellen worden niet vergoed door de verzekering en betaalt u dus volledig zelf. U maakt een afweging of de nieuwste technologieën voldoende tegen de kosten ervan opwegen. Dat is afhankelijk van uw persoonlijke wensen, levensstijl en budget.
Echter in uitzonderlijke gevallen is het onder strikte voorwaarden mogelijk in aanmerking te komen voor een hoortoestel in de vrije markt. Daar moeten wel flink wat stappen voor worden doorlopen. De slechthorende moet daarvoor in totaal drie hoortoestellen geprobeerd hebben (er is sprake van een proefperiode): eerst twee uit categorie 5 en daarna het buitencategorie hoortoestel. Gedurende het traject, over het algemeen bij een audiologisch centrum, is afname van een flink aantal audiologische tests en vragenlijsten vereist, waarmee aangetoond dient te worden dat de buitencategorie hoortoestellen meerwaarde hebben. Het hele traject kan tussen de 3 en 18 maanden duren. Het verschilt per verzekeraar welke eisen er gesteld worden aan het traject.
Aftrek zorgkosten
Via de belastingaangifte is er de mogelijkheid om de kosten voor hoortoestellen die buiten de verzekerende zorg (ZN) zijn aangeschaft (buitencategorie/vrije markt) als aftrekpost onder zorgkosten op te geven.
Het gaat dan om het deel van de kosten dat overblijft na het verplichte eigen risico en de eigen bijdrage. Het bedrag van de meerprijs is alleen aftrekbaar als om functionele redenen voor een duurder apparaat is gekozen. Dus niet vanwege de voorkeur voor een andere kleur, maar bijvoorbeeld wel omdat het toestel prettiger zit, beter hoort of minder last geeft van fluittonen. In sommige gevallen kan het fiscaalvoordeel zelfs meer opleveren dan de vergoeding van de zorgverzekeraar.
Hoorhulpmiddelen
Ook andere hoorhulpmiddelen kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding. Alle zorgverzekeraars vergoeden bijvoorbeeld een wek- en waarschuwingssysteem vanuit de basisverzekering. Wel kunnen de vergoedingsvoorwaarden per zorgverzekeraar verschillen.